In de meest zeldzame gevallen heeft de landbouwgrond een uniforme bodemkwaliteit. Tegen deze agrarische achtergrond wordt plaatsspecifiek telen in de context van precisielandbouw steeds belangrijker. De basis voor een succesvolle oogst in de herfst wordt tijdens het zaaien in het voorjaar gelegd. Om de opbrengst te maximaliseren, is een optimale aanpassing aan de verschillende bodemomstandigheden onontbeerlijk. Met het plaatsspecifieke beheer door middel van applicatiekaarten (ook wel VRC = Variabele Rate Control genoemd) wordt gewaarborgd dat de grond precies de hoeveelheden kunstmest en zaai- / plantgoed ontvangt om een oogst met maximale opbrengst te garanderen. Bovendien wordt de bodemstructuur gespaard, omdat over- of onderbemesting wordt vermeden. Hierdoor worden zowel meststoffen en pesticiden als zaai- / plantgoed bespaard. Bovendien wordt meer uniformiteit van het gewas bereikt. Bij het aanbrengen van applicatiekaarten tijdens het poten van aardappelen, kunnen de pootafstanden in cm variabel worden aangepast over de gehele machinebreedte. Bovendien kan de hoeveelheid kunstmest variabel worden aangepast in kg/ha. Bij toepassing van de mechanische precisiezaaimachine MATRIX en de VRC kunnen de zaai-afstanden per afzonderlijke rij en het aantal pillen per hectare variabel worden aangepast.