Om de gelijkmatige rijping van de knollen te bevorderen, kan het loof twee tot drie weken voor de oogst worden gedood. Naast het voorkomen van de overdracht van virusinfecties van het loof in de knol, kan voldoende schilvastheid worden gerealiseerd om de houdbaarheid te verbeteren. In plaats van of als aanvulling op chemische preparaten voor droging biedt GRIMME een duurzame oplossing in de vorm van loofklappen. Door de toepassing van een loofklapper wordt het aardappelloof mechanisch versnipperd en tussen de ruggen gelegd. Daarbij is een zorgvuldige afleg van het geklapte aardappelloof tussen de ruggen belangrijk. In het bijzonder dan, wanneer de stengels van de aardappelplanten aansluitend met een herbicide behandeld zullen worden. Een ander voordeel ligt in het gereduceerde verstoppingsgevaar bij het rooien en de daaruit resulterende, hogere doorvoercapaciteit bij extreme loofmassa. Met de TOPPA 600 Combi kan hierbij het aardappelloof van tweemaal twee rijen in één werkgang geklapt worden. De loofklapper is echter ontworpen, om te worden gecombineerd met een tweerijige loofklapper in de front van de trekker. In combinatie met een TOPPA 200 kan zo tot zes rijen in één werkgang geklapt worden. Naast alle internationaal gangbare rij- en spoorafstanden is eveneens een uitvoering mogelijk met bedklepels